VREEMD GELUK
© Alex van der Horst. 1999
Ze schuifelt door de lange gang
haar hand houdt strak de leuning vast
een eenzame gestalte
waarheen ze gaat ze weet het niet
en plotseling ziet zij hem aan
vlak voor haar in de gang
ze strekt haar handen naar hem uit
hij komt heel langzaam bij haar staan
hij streelt haar door de haren
een heldere blik komt in haar ogen
ze beseft ineens weer wie ze is
ze weet waarom en waar ze is
een moment van eindeloosheid
haar ogen in de zijne
maar waar is hij toch al die tijd geweest
ze laat hem los en denkt
weet dat je me nu raakt
aan wat van mij nog rest
en waar is al de rest
ik ben het kwijtgeraakt
in het duister van de tijd
kom jij me tegemoet
ik zie de flarden om je heen
die dolen in vergetelheid
luister nu mijn liefste
voordat ook jij me weer verlaat
jij brengt alles wat er is
bij wat niet meer bestaat
Ze staat daar in de lange gang
haar handen uitgestrekt naar hem
hij komt heel langzaam bij haar staan
ze schrikt en hoort een vreemde stem:
bent u hier al lang
we waren u kwijt
kom maar rustig met me mee
het is zo koud hier in de gang.
Ze zit weer in haar kamer
in haar ogen vreemd geluk
ze knikt en staart maar naar zichzelf
naar wat heel is en wat stuk
maar wat kan er nog gebeuren
ze heeft hem weer gezien
de woorden draaien rond in haar
haar lippen staan niet stil….
Weet dat je me nu raakt….