AARDLAGEN
© alex van der horst nov.2009
Een kind speelt eenzaam in het zand,
weet van toekomst noch verleden,
is verlaten in het heden,
zij is boos en angstig, want
het is niet veilig in haar huis,
hoe ze ’t ook tracht te vermijden,
zij heeft deze strijd te strijden,
komt ze ooit behouden thuis.
Refr.
Door hoeveel aardlagen te gaan:
losse grond, klei, rots en steen,
door water, zout en ijzer heen,
om dichter bij het vuur te staan.
Is daar de kern of het begin
van een heel nieuw universum,
waar de wetten van de zin
en de zwaartekracht
niet meer bestaan,
door hoeveel aardlagen te gaan.
Twee mensen lopen in het bos.
Het lukt hen niet om als beminden
daar een open plek te vinden,
ze lopen vast, ze lopen los.
Gebrek aan uitzicht valt hen zwaar,
hoe ze ’t ook willen vermijden,
ze zijn al duizend maal gescheiden,
maar ze houden van elkaar.
Refr.
Een jonge vrouw staat aan de rand
van het zelf gedolven graf.
Zij weet: haar leven is ten einde,
maar haar leven lijkt niet af.
De vele vrienden rond dit gat
reiken haar hun warme handen,
hun liefde zal niet stranden
maar zij zoekt haar eigen pad.
En wie koestert niet de zucht
om in de dampkring te verdwijnen,
te vervliegen in de lucht,
waaiend naar de noorderzon….